Belang van voorbehoud bij een bedrijfsongeval

Een voorbehoud kan veel problemen in de toekomst voorkomen.
Recent heb ik een dossier ter behandeling gekregen van een 36-jarige timmerman, die in 2012 betrokken was bij een bedrijfsongeval. Bij dit ongeval brak deze timmerman zijn rechter onderbeen, waarbij er zowel in het scheenbeen als het kuitbeen een breuk ontstond. De breuk in het scheenbeen liep door tot in het enkelgewricht. Dit betrof een zogenaamde pilon tibiale fractuur. Een pilon tibiale fractuur is een breuk die onderin het scheenbeen zit en doorloopt tot in het enkelgewricht en wel in het bovenste enkelgewricht, dat ook wel bovenste spronggewricht wordt genoemd. Een dergelijke breuk levert vaak problemen op. Een breuk die tot in een gewricht loopt en zeker de pilon tibiale fractuur, leidt vaak tot blijvende pijnklachten bij het bewegen en het belasten en tot bewegingsbeperkingen. In het geval van deze timmerman ging het hem na het ongeval eigenlijk heel goed. De breuk groeide relatief snel vast. De beweeglijkheid in de enkel werd eigenlijk heel fraai. De timmerman kon zijn werk na drie maanden alweer grotendeels hervatten en er waren nog maar weinig klachten. Het letselschade dossier werd behandeld door een advocaat. De schade als gevolg van het ongeval werd betaald, maar er werd geen voorbehoud getroffen voor mogelijke toekomstige  problemen. Daarmee ging het fout. De advocaat, die overigens wel werd bijgestaan door een medisch adviseur, trof een zogenaamde finale kwijting, dat wil zeggen dat de hele schade werd betaald en het hele dossier werd afgesloten, maar medisch gezien was dat geen goede keuze. Bij een breuk in een gewricht moet men er altijd beducht op zijn dat er in de toekomst problemen kunnen optreden. Een breuk die door een gewricht heeft gelopen, heeft per definitie het kraakbeen beschadigd. Een dergelijke beschadiging is soms op gewone röntgenfoto’s helemaal niet zo goed te zien, maar is eigenlijk wel altijd aanwezig. Dit betekent dan ook dat je bij een dergelijke breuk, zeker bij de soort van breuk die deze timmerman had, een voorbehoud moet formuleren voor toekomstige artrotische of slijtageafwijkingen. Per definitie moet je er eigenlijk van uitgaan dat er door de breuk die er in het enkelgewricht heeft gelopen, er een kraakbeenbeschadiging is opgetreden en dat dit kraakbeen in de loop der jaren slechter van kwaliteit zal worden en dat er uiteindelijk in dit gewricht dus artrose of slijtageafwijkingen zullen optreden. Bij de pilon tibiale fractuur is dit een bekende late complicatie. Ik ken eigenlijk maar weinig pilon tibiale fracturen vanuit mijn praktijk, waarin dergelijke laattijdige slijtageafwijkingen niet optreden. Daarbij komt dat de enkel eigenlijk de hele dag bij alle staande en lopende activiteiten wordt belast en het lichaamsgewicht op het beschadigde gewricht drukt en dat maakt de kans op het optreden van artrose bijvoorbeeld veel groter, dan wanneer er een breuk door een ellebooggewricht heeft gelopen. Anders dan een enkelgewricht wordt een ellebooggewricht bijvoorbeeld niet de hele dag met gewicht belast en de kans op het optreden van artrose is dan ook veel geringer in het ellebooggewricht in vergelijking met bijvoorbeeld een enkel. De situatie met de timmerman ging niet goed. De timmerman ging als ZZP’er werken. Zoals veel ZZP’ers kon hij zich geen arbeidsongeschiktheidsverzekering veroorloven. Het probleem was dat hij zo’n vier jaar na de breuk in toenemende mate last kreeg van de rechter enkel. Er was sprake van pijnklachten, aanvankelijk alleen bij het bewegen en belasten of als hij een hele dag had gewerkt, maar uiteindelijk ook in rust en ’s nachts. De enkel werd ook dikker en de beweeglijkheid nam steeds verder af. Uiteindelijk verwees de huisarts de timmerman naar een orthopedisch chirurg en er bleek in het enkelgewricht artrose te zijn opgetreden. Deze artrose nam eigenlijk in een aantal jaar sterk toe en beperkte de timmerman in zijn activiteiten. Er ontstond daardoor een serieuze achteruitgang in zijn inkomsten, waarvoor de timmerman zich dus niet had verzekerd. Al deze problemen zouden te voorkomen zijn geweest, indien er bij het afwikkelen van het letselschadedossier wel een voorbehoud was geformuleerd en dan een voorbehoud voor het optreden van artrotische afwijkingen in dit enkelgewricht. Men had ten slotte van te voren kunnen weten dat er een verhoogde kans op slijtage in de enkel aanwezig was en dit risico had met een voorbehoud moeten worden afgedekt. De timmerman probeert nu de verzekeringsmaatschappij, die de schade destijds had betaald, alsnog aan te spreken voor deze vervolgschade. De verzekeringsmaatschappij die de schade destijds regelde, stelde zich echter op het standpunt dat zij correct hadden gehandeld en dat de timmerman zich had laten bijstaan door een deskundige en gaf aan dat zij niet meer op het dossier zouden terugkomen. Uiteindelijk heeft de timmerman via zijn rechtsbijstand zijn advocaat kunnen aanspreken. In dat kader heb ik een advies uitgebracht, waarbij ik heb aangegeven dat er naar mijn mening inderdaad sprake is van onjuist handelen, omdat men van begin af aan en van te voren had kunnen weten dat er een dusdanige beschadiging in het enkelgewricht was opgetreden en dat die op termijn aanleiding zou kunnen zijn voor het optreden van artrose. Daarvoor had dus een voorbehoud moeten worden gemaakt, zodat de schade die pas veel later zou optreden door de beschadiging van deze enkel, alsnog zou worden vergoed. Inmiddels is de advocaat aansprakelijk gesteld en heeft hij zijn aansprakelijkheidsverzekering ingeschakeld. Het dossier is nog niet afgerond.

Meer info over deze post?

Bel ons!

+31 34 3745045

mail ons!

info@medischadviseurs.com

 

 

 

De boodschap van dit verhaal is dat een belangrijk onderdeel van medische advisering ook het inschatten van toekomstige gevolgen van een lichamelijke beschadiging, zodat ongevalsslachtoffers voor dergelijke late gevolgen worden beschermd.

Nood aan een adviesgesprek?

 

Menu